Het begrip ‘interval’ gaat – in de muziektheorie – over de afstand tussen 2 noten. Maar de naam van zo’n afstand wordt dan weer in verschillende betekenissen gebruikt. Hier een poging om wat helderheid te verkrijgen.
We hebben in de Basiscursus al gezien dat een toonladder een reeks van tonen is met een gelijkmatige onderlinge afstand. Onze ‘standaard’ toonladder is de reeks van stamtonen. De stamtonen zijn de witte toetsen op de piano: de namen zijn de letters A t/m G.
Afhankelijk van waar je begint zijn de onderlingen afstanden verschillend. Voor deze les nemen we even de C majeur toonladder als voorbeeld.
C |
D |
E |
F |
G |
A |
B |
C |
Primo |
Secunde |
Terts |
Kwart |
Kwint |
Sext |
Septiem |
Oktaaf |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
– |
2 |
4 |
5 |
7 |
9 |
11 |
12 |
– |
1 |
1 |
1/2 |
1 |
1 |
1 |
1/2 |
Do |
Re |
Mi |
Fa |
Sol |
La |
Ti |
Do |
Even in herinnering bovenstaande tabel:
– de toonladder van C majeur of C groot of kortweg C bestaat uit de tonen c t/m c (regel 1).
– in een toonladder heeft elke noot een ‘functie’ of ‘rol’ en die duiden we met de (latijnse) rangtelwoorden Primo, Secunde etc. Deze woorden geven eigenlijk het nummer van de noot aan binnen de toonladder (regel2 en 3).
– we tellen afstanden in halve noten. Elke noot in de toonladder heeft een afstand tot de eerste noot (regel 4).
– een toonladder is herkenbaar aan de onderlinge afstand van elke noot tot zijn voorganger (regel 5).
– een andere benaming voor de noten in een toonladder is ‘Do-Re-Mi’. Hierbij weet je niet exact welke noot of welke toonladder het is, net als bij de benamingen ‘Primo, Secunde, ..’ (regel 6).
Het verwarrende zit hem erin dat de benaming ‘secunde, terts, kwart’ etc. gebruikt wordt voor verschillende dingen.
We geven ermee aan: de 3de noot uit de toonladder.
Maar ook: de afstand van de eerste tot de derde noot uit de toonladder.
En(!): de combinatie van de eerste en derde noot uit een toonladder.
Dus uit de context zal moeten blijken wat je precies bedoelt. Bij solfège (gehoortraining) zal “speel eens een terts” eerder betekenen: ‘speel eens een c en daana een e‘. Of: ‘speel een c en e tegelijkertijd’.
Je hoort dan de afstand.
En omgekeerd. Als de docent een c en daarna een e speelt en vraagt: “wat hoor je”? Dan kun je antwoorden: “een terts“.
Binnen de harmonieleer is een interval de afstand tussen 2 noten of de 2 noten die gezamenlijk klinken (gelijktijdig of vlak na elkaar gespeeld). We geven ze namen die we ook gebruiken voor de volgorde van de noten in een toonladder: secunde, terts, kwart, kwint, sext, septiem en oktaaf.
Voorbeeld
Als we alleen uitgaan van de stamtonen kunnen we de volgende intervallen samenstellen.
Secunde · c – d · d – e · f – g · g – a · a – b |
Terts · c – e · f – a · g – b |
Kwart · c – f · d – g · g – c |
Kwint · c – g · d – a · e – b · f – c · g – d · a – e |
Sext · c – a · d – b · f – d · g – e |
Septiem · c – b · f – e |
Oktaaf · c – c · d – d etc. |
|
|
Zoals noten verhoogd en verlaagd kunnen worden, zo kunnen intervallen vergroot en verkleind worden. Een ‘normale’ terts is 4 halve afstanden (zie tabel hierboven) maar deze kan ook verkleind worden naar 3 halve afstanden. We spreken dan over een ‘kleine terts‘. En dat begrip kennen we nog wel uit de Basiscursus, de les over de mineur toonladder. I.p.v. een ‘e‘ spelen we dan een ‘es‘ (of ‘eb‘ in muzieknotatie). Bij intervallen worden de termen klein/groot, mineur/majeur, verhoogd/verlaagd, verminderd/vermeerderd en overmatig gebruikt. Ik zeg het vaker: laat je niet ontmoedigen door de terminologie in de muziektheorie!
Dit kan bij de meeste intervallen:
– een kleine secunde: 1 halve afstand. Bijvoorbeeld: een c en een des.
– een kleine terts: 3 halve afstanden. Bijvoorbeeld: c – es (of eb).
– een overmatige kwart*: 6 halve afstanden. Bijvoorbeeld: c – fis (of f#).
– een verminderde kwint*: 6 halve afstanden. Bijvoorbeeld: c – ges (of gb).
– een overmatige kwint: 8 halve afstanden. Bijvoorbeeld: een c en een gis (of g#).
– een verminderde sext: 8 halve afstanden. Bijvoorbeeld: c – as (of ab).
– een maj7 is c – b. Een ‘gewone‘ septiem is c – bes. Gek genoeg is het bij de septiem in de naamgeving ‘omgedraaid’. D.w.z. we vermelden de majeur en als we niks zeggen gaan we uit van de verlaagde septiem (bes). Dit hebben we bij het benoemen van de akkoorden al gezien.
* merk op dat deze de ‘tritonus‘ wordt genoemd: 3 hele afstanden.
NB. de overmatige kwart en de verminderde kwint zijn eenzelfde interval maar worden toch apart benoemd vanwege de verschillen in herkomst en functie. Bij andere intervallen, zoals een vermeerderde sext en een septiem, is dat niet gebruikelijk.