Een nummer dat in de hitparade heeft gestaan maar zeker als ‘jazz’-nummer kan worden gezien. We gaan er op verschillende levels naar kijken, allereerst natuurlijk het akkoordenschema, opgedeeld in kleine logische stukken. Daarna steeds verder inzoomen op hoe je invulling kan geven aan het spelen van dit nummer, met uitbreidingen voor zowel de LH als RH.

De tabbladen (lessen) zijn als volgt ingedeeld:
1 – Couplet – deel A
De eerste 2 regels van het couplet met
regel 1: een 2-5-1 op G -> van Am7 naar D7 naar Gmaj7
regel 2: van Bm7 naar E7 via een dalende baslijn

2 – Couplet – deel B
regel 3: dezelfde 2-5-1 op G maar we rekken de Am7 wat uit met een b5
regel 4: afhankelijk of je terug gaat naar het couplet of doorgaat naar de bridge
– Terug naar couplet -> Bbm7 en daarna de oploop van het intro van Am7 naar Cmaj7/D
– Door naar de bridge deel 1 (1ste keer) -> even naar Cm en weer terug naar G en dan via G#dim
– Door naar de bridge deel 2 (2e keer) -> even naar Cm en weer terug naar G en dan via Bm7b9

3 – Bridge – deel 1
De ‘cirkel’ uit het couplet Am7 – D7 – Gmaj7 – Bbm7 – Am7 – D7 – Gmaj7

4 – Bridge – deel 2
Starten op Em7, even naar Bm7b9 en via Em, Em7, A7add13 naar het oploopje van het intro

5 – Intro
Even uitgesteld en nu behandeld. In principe alleen Am7 en Cmaj7/D maar toch zijn het 4 interessante regels!

6 – Extra 1 – LH
Wat kun je met je LH doen om het interessanter te maken:
1. extra basloopjes – leidtonen
2. de harmonie gebruiken om de afterbeat (tel 2 en 4) te benadrukken
3. versiering zonder spanning/toevoeging aan de harmonie: zelfde noot in ander oktaaf of de kwint

7 – Extra 2 – RH
Wat kun je met je RH doen om het interessanter te maken:
1. noten uit de akkoorden gebruiken
2. afwisseling LH en RH, geen akkoorden maar delen ervan
3. chromatische toonladder (voor details zie bij Extra Lessen)
4. cocktail piano (voor details zie bij Extra Lessen)
5. zelfde akkoord of noten uit het akkoord in een ander oktaaf
6. extra toevoegingen (niet verder behandeld)

8 – Extra 3 – Speelstijlen
Je kunt dit nummer solo spelen, dan zul je de melodie in je spel moeten verwerken.
Als je begeleidt maakt het ook nog uit of je alleen als pianist iemand begeleidt of dat je onderdeel bent van een ritme sectie (oftewel, zit er nog een bassist en/of drummer bij). We kijken even naar de aanpak indien je als pianist alleen de volledige begeleiding op je moet nemen. Je laat de melodie weg maar moet dan wel het ritme duidelijk maken en de harmonie.
Het verschil in deze 2 stijlen is heel bepalend voor wat je speelt en hoe je LH en RH samen het totaal laten klinken.
En dat levert weer veel leuk oefenmateriaal!

Echt een beroemde ‘classic’ en ook favoriet van mij. Briljant in eenvoud en met een solo die iedereen in zijn hoofd heeft zitten. Ik heb hem omgezet naar C, het origineel is in A. Bij het lesmateriaal zitten ze in beide toonsoorten uitgeschreven. Maar in C leek me toegankelijker voor iedereen en je ziet gelijk wat beter het redelijk standaard schema wat eigenlijk aan de basis ligt van dit nummer.

Structuur

Qua structuur bestaat het uit 2 ‘rondjes’. Het intro is een deel van elk rondje, dat komt dus steeds terug en is overbekend. Denk ook even aan de Extra les “Intro’s”, dat zie je hier weer terug.

Rondje 1 is een redelijk standaard jazz akkoorden schema, dit zul je vaker tegenkomen. In Rondje 2 zitten wat bijzonderheden, in de basis lijkt dit ook op een standaard (blues) schema maar dan toch net effe anders.

Aan het einde maakt ze gebruik van een veel toegepaste ‘uitstelling’ of ‘verlenging’. Waar je vaak de laatste regel 1 of 2x herhaalt om tot een afsluiting te komen wordt in de jazz vaak de laatste regel nog op een hele toon hoger herhaald.

Tabbladen

Video A (Intro), B (Rondje 1), C (Rondje 2) en E (Einde) zijn de structuur van het nummer.

Vervolgens moeten we de iconische solo nog behandelen, dat doen we in de tabbladen (Solo) D1 en D2, confom de aanduidingen in het lesmateriaal.

En ik speel maar liefst 3 demo’s dit keer:

• Vb1 – De structuur van het nummer (2 rondjes);
• Vb2 – De solo;
• Vb3 – het laatste rondje inclusief het einde met de extra herhaling (deel E).

Gebruikte akkoorden (uitgaande van toonsoort C)

Noten zijn van boven naar beneden = van hoog naar laag.  Voorbeeld: C is c, a, g, e betekent de duim op e, de wijsvinger op g, de middelvinger op  a en de pink op c.

Prachtig klassiek nummer. Wij doen hem in de versie zoals de pianist van de band Styx het speelt als intro van het nummer Ballerina.

TIP 1: Let op dat je het ‘Rubato’ speelt. Dus vrijelijk in het ritme interpreteren. Of makkelijker gezegd, je moet het niet strak in de maat spelen zoals genoteerd in de bladmuziek maar het op gevoel zo mooi mogelijk spelen. Je mag aan noten ’trekken’, ze langer of langzamer maken, en je mag af en toe versnellen. Speel ook veel met dynamiek, oftewel hard en zacht.

TIP 2: In dit nummer moet de RH vaak intervallen spelen, zoals de terts. En daarmee afwisselen. Als je dat lastig vindt kijk dan ook naar de Extra Les “Oefeningen: Vingers 2 en 4 om 3 en 5“.